Als afwisseling heb ik mij gewaagd aan een kort verhaal, entre parenthèses mijn eerste verhaal. Deze is uiteraard niet in de gedichtenbundel opgenomen.
De vergankelijkheid van het leven
Ik trek mijn stoute regenlaarzen aan. Met veel moed ga ik op stap. Waarheen? Daarheen waar mijn ogen mijn voeten leiden. Onbezonnen maar vastberaden om een goed stuk te wandelen. Let’s walk. Romp rechtop, rasse tred, armen slingeren. Stilaan vind ik mijn cadans.
Een streepje zon tussen
donkere en dreigende wolken tovert het
Vlaamse landschap in een feeëriek schouwspel. Terwijl ik stap dwalen
mijn gedachten af "Lang geleden om
niet te vergeten vochten soldaten voor vrijheid en vaderland. Zij zijn
gestorven in Vlaamse velden waar dood en verderf hun laatste blik werd".
Opgeschrikt door een laagvliegende valk bevind ik mij opnieuw in de realiteit.
Weiden, bosjes passeren mijn perifere gezichtsveld. Aan de kant van de weg, een
koppel zittend op een bank… zij rusten uit of is het "een
liefdesbank"? Aangekomen aan een splitsing sta ik voor een keuze. Deze weg
lijkt mij leuk… OK… ik voel mij goed.. ik vervolg mijn weg… daarheen. Ik stap waar ik wil en geniet met volle teugen.
Vogeltjes die
fluiten, in de verte een balkende ezel, kikkers die in een poel kwaken dat het
een lust is, een koppel wilde eenden vliegen voor mijn neus, wat verder in de
wei… een fazant, honden die blaffen, spelende katten, geitjes die bleiten, ver
verwijderd… een eekhoorntje die haastig de weg oversteekt. De natuur leeft! Ik
ontmoet een man die met
zijn hond gaat wandelen, een jogger die mij kruist, wielertoeristen die zich
alleen op de weg wanen, de moeder die met een kinderbuggy op stap is. Iedereen
heeft een doel.
Heel in de verte bemerk ik de horizon, daar waar de grijze lucht en een rood tapijt naadloos aan elkaar zijn gebreid. Door nieuwsgierigheid aangetrokken versnel ik mijn wandelpas tot plots één mooie grote klaprozengloed zich tot een ongekende natuurschoon ontpopt. Zo ver ik kan zien, ontelbare wuivende klaprozen, dansend op het ritme van de wind, zij heten mij welkom. Schuchtere zonnestralen priemen doorheen het wolkendek. Flirtend strelen zij zachtjes de bloemen. Wat een onweerstaanbaar gevoel van verwondering en bewondering oproept.
Stille getuigenis van een onbereikbare droom. Deze schoonheid verbergt op de Vlaamse velden, tevens slagvelden van de Grote Oorlog, ook een zwaar en duister verleden. Heel even dwalen mijn gedachten af en bevind ik mij midden in een strijdtoneel. Ik ben getuige van hevige gevechten, zware artillerie schoten, soldaten die rennen en schuilen in ondergelopen loopgraven en lijken die verdronken zijn in de modder op een slagveld vol kraters. Een Britse officier fluit en soldaten kruipen, als voer voor vijandelijke kanonnen of wapens, uit hun loopgracht richting de dood. Een mensenleven is niets waard. In Flanders fields.
Plots tikt er iemand op mijn schouder. Ik draai mij om en zie een vriendelijke lach. Het is de schim van een gesneuvelde soldaat. Geen Tommy, Poilu of Bosche want zachtjes fluistert hij in mijn oor "Wees niet triestig, wat je hier ziet zijn prachtige poppies en iedere klaproos stelt een gesneuvelde soldaat voor. Zo blijven zij jaarlijks in herinnering aan hen die nog zijn" en hij vervolgt “Weet je waarom de klaprozen rood zijn?". "Neen" antwoord ik. "Wel" zegt hij "Iedere bloem heeft het bloed van de gevallen soldaat opgenomen". Nu weet ik waarom de klaproos het symbool van de Eerste Wereldoorlog is. Deze bloem is een prachtig symbool voor de vergankelijkheid van het leven, omdat hij verwelkt op het moment dat je hem plukt.
“let's not forget”
Donkere onweerswolken voorspellen weinig goeds. Stilaan, speelse regendruppels gehoorzamen de zwaartekracht. Een snijdende oostenwind pijnigt het lichaam. Beklijvende herinneringen neem ik mee als afscheid van mijn wandeling langs de “Vlaamse Velden”. Ik ben aan een heerlijk intens geurende en smakende koffie toe!
auteur: Guy Van Damme
Geen opmerkingen:
Een reactie posten